Zelf stappen of fietsen is een goed alternatief voor de achterbank van mama’s of papa’s auto. Daarom creëren we een netwerk van verbindingen van formele en informele speelplekken en speelaanleidingen. Met 'speelweefsel' zorgen we in onze gemeente voor veilige verbindingen tussen deze en andere voor kinderen betekenisvolle plekken (scholen, jeugdlokalen, station…).
Wat zorgt er voor dat kinderen vandaag de dag minder, alleen, buitenspelen? Zijn ouders te overbezorgd geworden of houden kinderen gewoon meer van tv en computerschermen? Het verhaal is genuanceerder dan dat. Verschillende onderzoeken in binnen- en buitenland tonen aan dat verkeersonveiligheid de grootste reden is waarom ouders hun kinderen liever niet alleen de straat op sturen. Dat is niet onlogisch aangezien het autoverkeer alleen maar is toegenomen en blijft toenemen. Jonge kinderen zijn ook nog niet in staat om snelheden van autoverkeer correct in te schatten en dat maakt het alleen oversteken of fietsen op straat niet evident.
Als kinderen willen buiten spelen dan moeten de barrières die ze ondervinden neergehaald of omzeild worden. In de persactie van 2014 gingen we daarop in.
Verkeersonveiligheid lijkt de grootste barrière voor een kind om zich autonoom te mogen verplaatsen. Gelukkig bestaan er heel wat goede instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om de autonome mobiliteit van kinderen te verbeteren en hun welbevinden te vergroten.
Gemeenten kunnen bijvoorbeeld zelf een speelweefselsplan opmaken. Speelweefsel is een netwerk van publieke plekken en verbindingen die betekenis hebben voor jongeren. Deze plekken moeten voor kinderen liefst op eigen kracht bereikbaar zijn. Zo’n plan maak je best met kinderen erbij, zij weten als de beste hoe ze de ruimte ervaren, wat ze missen of anders willen. Gemeenten zouden ook werk kunnen maken van trage wegen, dat zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer.