De meeste klachten van geluidshinder door spelende kinderen beroepen zich op artikel 544 en artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot bovenmatige burenhinder. Telkens wanneer buren vinden dat zij hinder ondervinden die de grens van de normale ongemakken van nabuurschap overschrijdt, kunnen zij dit voorleggen aan de rechter. De inschatting en afweging van de concrete elementen in een zaak vallen onder de beoordelingsvrijheid van de rechters. Dit maakt dat de rechtspraak inzake burenhinder bijzonder veelzijdig, divers en soms zelfs tegenstrijdig is.
Een mooi voorbeeld in positieve zin is de uitspraak van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Dendermonde, die het als volgt formuleerde: “De rechtbank in deze is van oordeel dat kindergeroep en –gejoel bij plezier, het wenen bij pijn en verdriet niet als ondraagbare, abnormale burenhinder kan worden beschouwd. Dit dagverblijf en de ermee gepaard gaande “geluidslasten” dienen beschouwd te worden als een normale burenhinder in een woonzone, net zoals dit het geval zou zijn indien een gezin met vele kinderen zich dag en nacht, week in week uit in het aanpalende huis zou komen vestigen”.
Ook de zaak tegen het jeugdcentrum in Asse die uitgebreid in de pers aan bod kwam, baseerde zich op burgerrechtelijke gronden. Hier stelde de rechter een deskundige aan om geluidsmetingen uit te voeren, mogelijke technische maatregelen aan te geven en desgevallend de schade vast te stellen en te beschrijven. In juni 2014 haalden de buren hun slag thuis. Het vredegerecht van Asse gaf hen grotendeels gelijk dat de spelende kinderen te veel lawaai maken en dwingt de gemeente om een geluidsmuur te bouwen. "De hinder van de buitenschoolse opvang is beperkt in tijd, zo'n twee uur per dag en enkel op weekdagen", staat er in het vonnis te lezen. "De hinder is dus niet overdreven, maar bij de speelpleinwerking is er gedurende de hele dag geluidsoverlast. Uit het onderzoek blijkt dat vooral het spelen op het afgebakende speelplein aan de achterkant van de gebouwen de oorzaak is van de geluidshinder." In het vonnis staat ook al een oplossing te lezen. "De hinder zal al enorm beperkt worden als de activiteiten verplaatst worden naar de andere kant van het gebouw", staat er te lezen. "Het speelterrein kan wel nog worden gebruikt als het aantal kinderen beperkt wordt tot dertig en de activiteiten niet langer dan één uur duren."